|
||||||||
|
Ligt dat nu aan mij? Of vliegt de tijd tegenwoordig tegen een haast niet te bevatten snelheid? Het lijkt namelijk maar even geleden, dat ik in deze kolommen volop de lof mocht zingen van “Rodeland”, de plaat waarmee Ward en Hartwin Dhoore als duo debuteerden en kijk…minder dan een jaar later, is er al een opvolger. Daar zijn volop redenen voor: voor redelijk rusteloze reizigerszielen als de broers, moet de voorbije pandemie een ware kwelling geweest zijn en, waar ze de tijd dat ze niet van concert naar festival konden sporen, een beetje teruggeplooid waren op hun jeugd en de regio waarin ze die doorbrachten, hebben ze deze keer volop ingezet op de heropening van de wereld: ze toeren weer van hot naar her en dat levert duidelijk inspiratie op. Nochtans blijft het gegeven haast ongewijzigd: twee broers, beiden muzikaal geweldig begaafd, hebben kennelijk weinig of geen woorden nodig om elkaar te begrijpen en ze weten vlekkeloos aan te voelen waar de ander naartoe wil. Hartwin op zijn diatonische accordeon, Ward op mandola, gitaar en allerlei toetsen, waarmee hij ook soundscapes kan creëren…meer hebben de twee niet nodig om veertig minuten ongemeen boeiende en hedendaagse folk te maken. hedendaags, zeer zeker, maar met beide voeten meer dan een beetje stevig in eigen traditie geworteld en vooral…dit is zonder twijfel “broertjesmuziek”. Als je niet van dezelfde moedermelk gedronken hebt, in dezelfde weiden gestoeid en gevoetbald hebt en achter ongeveer dezelfde meisjes aangezeten hebt, dan kun je misschien met melodieën componeren die, noot voor noot, lijken op wat de broers hier doen, maar je zult nooit het organische niveau bereiken, dat van deze muziek af spat. Ik weet het, het is moeilijk uit te leggen, maar wie, zoals ik, uit een milieu komt, waarin, bij voorbeeld, veel samen gezongen werd, weet wat het is om, met een instrument of met je stem -toch ook een instrument- in een melodie op te gaan en daar de meest onverwachte dingen mee uit te halen. Dat is nu precies waar het hier om draait: de broers toveren muziek tevoorschijn, waar je als luisteraar ongegeneerd je eiden invulling kunt aan geven. Je creëert als het ware zelf de beelden, die je op je netvlies wil zien verschijnen, tegen de soundtrack van wat hier door Ward en Hartwin gespeeld wordt. Dat kan en zal voor elk van ons verschillen, maar het geeft wel aan hoe universeel deze muziek wel is. Ergens in de begeleidende teksten lees ik dat de plaat een ode is aan het samen musiceren als broers. Beter kan ik het niet zeggen: samen musiceren is één ding, samen musiceren als broers is nog van een heel ander kaliber en dat is intussen een specialiteit geworden van deze twee heren, die samen al een paar decennia onderweg zijn, nu eens ten dienste van andere muzikanten, dan weer, zoals op deze plaat, om hun eigenste zelve bloot te geven. Dat we daar, als luisteraar, deelachtig aan gemaakt worden is zonder meer een zegen, want zoals de Dhoores schoonheid in muziek weten te vertalen, dat is behoorlijk zeldzaam. Van “Back on Track” en “We’ll Meet Again” circuleren heel fraaie filmpjes op het wereldwijde web: u moest maar eens gaan kijken, niet alleen omwille van de muziek, maar ook omdat die twee titels de perfecte samenvatting zijn van wat de plaat inhoudt: we mogen weer en wees maar zeker dat we zùllen ! Heerlijke plaat alweer ! (Dani Heyvaert) |